Een politieman wordt op staande voet ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. Hij heeft gesjoemeld met een urenregistratie. Dit is reden voor de disciplinaire straf van ontslag, zoals dat heet in ambtelijke termen. De man vraagt een WW-uitkering aan bij het UWV, maar dat wordt geweigerd wegens verwijtbare werkloosheid. In (hoger) beroep vecht hij aan dat hij wegens dringende reden is ontslagen, omdat de korpsleiding veel te lang getreuzeld heeft alvorens hem definitief te ontslaan. De Centrale Raad van Beroep honoreert in zijn uitspraak van 14 juli 2014 zijn beroep.